De Stichting
“Educatie Achter Buitenlandse Tralies”
De Stichting “Educatie achter buitenlandse tralies” (Eabt) is een vrijwilligersorganisatie die in 2004 werd opgericht. Sindsdien verzorgt de Stichting met veel succes Nederlandstalig afstandsonderwijs voor in het buitenland gedetineerde Nederlanders en begeleidt dat onderwijs vanuit Nederland.
Onderwijs is één van de belangrijke componenten om de kans op herhaling van crimineel gedrag te voorkomen of beperken. Daarvoor werkt Eabt nauw samen met Bureau Buitenland van Reclassering Nederland en de Nederlandse Ambassades en Consulaten in het buitenland. Ook is er veel contact met diverse onderwijsinstellingen en uitgeverijen van onderwijsmethoden en –instrumenten. Over de gehele wereld wordt door directies van gevangenissen en justitiële autoriteiten toestemming verkregen voor en medewerking gegeven aan het toelaten van onderwijsmaterialen van Eabt ten behoeve van de Nederlandse gedetineerden. Regelmatig ontvangt de Stichting complimenten van binnen- en buitenlandse autoriteiten over deze vorm van zorg voor de Nederlandse gedetineerden. Afgelopen jaren konden op die manier jaarlijks gemiddeld 200 in het buitenland gevangen zittende Nederlanders starten met onderwijs, dat bij hun achtergrond en mogelijkheden past.
Achtergrond
Buiten Nederland, verspreid over de gehele wereld, zitten in meer dan 90 landen in totaal ongeveer 2.600 Nederlanders in de gevangenis. Soms ‘maar’ voor een paar weken of maanden; vaker voor vele, soms tientallen, jaren. Voor al die mensen geldt dat zij na afloop van hun gevangenisstraf weer terug keren naar Nederland en zij daar de draad van hun leven weer moeten op zien te pakken. Soms bijna helemaal opnieuw vorm moeten zien te geven. Tijdens hun verblijf in de buitenlandse gevangenis begeleidt Bureau Buitenland van Reclassering Nederland, in afstemming met de Nederlandse Ambassade ter plaatse, deze mensen en helpt ze bij de voorbereiding van hun terugkeer in onze Nederlandse samenleving. Volgens de Verenigde Naties en de Raad van Europa hebben mensen die in de gevangenis zitten – net als vrije burgers – recht op onderwijs. Passend onderwijs wel te verstaan: onderwijs dat past bij de (onderwijs)achtergrond, mogelijkheden, ambities en toekomstperspectief van die gevangenen. Dat houdt in dat het onderwijs aangeboden moet worden in de taal die de gedetineerde beheerst: de taal van het vaderland van de gevangene. Concreet betekent dit onderwijs in de taal die de buitenlandse gedetineerde beheerst; veelal diens moedertaal. De gevangenisautoriteiten zijn verantwoordelijk om dat recht ook in praktijk te brengen. De realiteit ten aanzien van buitenlandse gevangenen is dat dit welhaast nergens wordt gerealiseerd. Dit levert een beperking op van de voorbereiding op de terugkeer in de samenleving nadat het verblijf in de gevangenis is beëindigd. Het is ook bijna ondoenlijk om zorg te dragen voor onderwijs in de eigen taal van soms wel meer dan 40 nationaliteiten gedetineerden in een gevangenis.
Om daarin verandering te bewerkstelligen is intensieve samenwerking tussen autoriteiten en organisaties in alle (Europese) landen nodig. Het thuisland van de gedetineerde zou dan onderwijs in de eigen taal moeten aanbieden aan in een ander land gedetineerde landgenoot. Die samenwerking komt helaas slechts moeizaam en mondjesmaat op gang.
Ten aanzien van de in het buitenland gedetineerde Nederlanders heeft “Educatie achter buitenlandse tralies”, in samenwerking met en ondersteuning van de Nederlandse Ministeries van Justitie en Buitenlandse Zaken, al 15 jaar geleden het initiatief zelf genomen en verzorgt en begeleidt Nederlandstalig afstandsonderwijs. Uiteraard alleen voor diegenen die geïnteresseerd en gemotiveerd zijn om op die manier al tijdens hun periode in buitenlandse gevangenschap te werken aan het verbeteren van hun toekomst, hun mogelijkheden om (beter dan tot voor hun arrestatie en detentie) deel te nemen aan de Nederlandse samenleving.
Het bijzondere in de werkwijze van Eabt is dat de vorm en inhoud van de cursussen en van de begeleiding geheel is afgestemd op het feit dat de studenten in een gevangenis zitten waar allerhande beperkingen een rol spelen. In elk land en in elke gevangenis(afdeling) gelden van elkaar afwijkende regels over wat wel en niet door de gedetineerden ontvangen mag worden. Daarom wordt per situatie bijvoorbeeld nagegaan of het cursusmateriaal wel/niet harde kaften mag hebben, een ringband mag bevatten, er wel/niet geluids- of beelddragers (cd’s of dvd’s) bij gevoegd mogen zijn. Of er bepaalde cursusmaterialen zoals (kleur)potloden, waterverf, passer, rekenmachine, etc. ontvangen mogen worden. Elk cursuspakket dat door Eabt naar een in het buitenland gedetineerde Nederlander wordt verstuurd, wordt per specifieke situatie samengesteld. Omdat gedetineerden meestal nauwelijks over geld beschikken worden ook internationale antwoordnummer enveloppen meegestuurd zodat de gedetineerde het huiswerk zonder kosten voor postzegels in kan sturen om nagekeken en beoordeeld te worden. Ook de huiswerkbegeleiding is afgestemd op de omstandigheden van de gedetineerde in het buitenland waar immers geen begeleiding ter plaatse aanwezig is. Het huiswerk wordt niet alleen nagekeken maar er worden ook studieadviezen gegeven en morele steun geboden om het studeren onder deze moeilijke omstandigheden vol te kunnen houden.
Ook bijzonder is dat Eabt niet op zichzelf functioneert om dit alles waar te maken, maar nauw samenwerkt met diverse onderwijsinstellingen in Nederland, met Bureau Buitenland van Reclassering Nederland, de Nederlandse Ambassades in het buitenland waar ook ter wereld. Bovendien dat er inmiddels toestemming van en medewerking is met de directies en gevangenisautoriteiten over de hele wereld om het studiemateriaal in de gevangenis af te leveren en om het heen en weer sturen van huiswerk mogelijk te maken.